Monitoring is een belangrijk onderdeel van agrarisch natuurbeheer. Door het jaar heen werken boeren aan het snoeien van houtwallen, het ecologisch vriendelijk hekkelen van sloten, het aanleggen van plasdrassen en veel meer. Maar werkt het?
Met de zogenaamde ‘monitoring’ gaan mensen kijken en luisteren of er daadwerkelijk meer verschillende soorten te vinden zijn. Maar ook of er meer kwetsbare dieren geteld worden. Bij ELAN zijn we in 2016 gestart.
Vijf leefgebieden in Zuidoost-Friesland
Open grasland
In het leefgebied ‘Open grasland’ houdt het monitoren in dat de weidevogels worden geteld. Vrijwilligers van de Bond Friese VogelWachten (BFVW) doen dit. Soms plaatsen ze ook nestbescherming. Om zo weinig mogelijk in het weiland te komen tellen ze de zogenaamde alarmen van opvliegende ouderpaartjes. Bijvoorbeeld als er een Zwarte kraai in de buurt is. Ook plaatsen ze wildcamera’s bij nesten. Om te kijken of het nest wordt leeggegeten door een (roof)dier.
Het monitoren gebeurt in het voorjaar. Meestal tot 15 juni.
Natte dooradering
In het leefgebied ‘Natte dooradering’ doet RAVON de monitoring. Ze tellen de vissen en amfibieën. Het gebeurt in juli en augustus. Lokale vrijwilligers helpen mee.
Onderdeel van de monitoring is het kijken naar de omgeving, zoals hoe dik de baggerlaag is, hoe doorzichtig het water en hoe de oever er uit ziet. Dit doen ze met een schepnet en door monsters te nemen van het water.
Droge dooradering
In de ‘Droge dooradering’ is er een monitoring in vijf rondes tussen april tot juni. Het gaat om het tellen van (zang) vogels. Dit wordt uitgevoerd door Landschapsbeheer Friesland en vrijwilligers, zij doen dit met name met de oren.
Ook hier wordt gekeken naar de omgeving van bijvoorbeeld een houtwal. Geregistreerd wordt onder andere de breedte van een houtwal, of er besdragende soorten aanwezig zijn voor de dieren en hoe oud de planten zijn.
Open akkerland
Bij het leefgebied ‘Open akkerland’ wordt in twee seizoenen gemonitord door Landschapsbeheer Friesland. De eerste is van april tot en met juni in drie ronden. Broedende vogels op de akker worden dan geteld. Het tweede seizoen is in de winter. Dit gebeurt in zes rondes van oktober tot en met maart. Dan wordt er gekeken naar het aantal overwinterde vogels. ELAN doet dit grensoverschrijdend met Agrarische Natuur Drenthe, de collega’s net over de grens.
Categorie Water
In de Categorie Water is er monitoring op de argusvlinder en de libelle Groene glazenmaker. Hier werken vrijwilligers samen met de Vlinderstichting.