Op maandag 30 september heeft ELAN een evaluatiebijeenkomst gehouden van het akkervogelbeheer dat in 2024 is uitgevoerd in de Polder Ravenswoud. Deze bijeenkomst is gehouden bij één van de akkervogelbeheerders, Auke Veenstra.
De Polder Ravenswoud -circa 370 ha- is eigendom van Natuurmonumenten. De grond heeft echter een agrarische bestemming en wordt gepacht door 7 agrariërs. Dit zijn zowel akkerbouwers als veehouders.
Sinds begin 2024 heeft ELAN samen met de betreffende agrariërs 49 ha aan pakketten voor akkervogelbeheer afgesloten. Hiermee komt de totale oppervlakte aan beheer binnen de Polder Ravenswoud op ruim 13%.
Doel evaluatiebijeenkomst
Tijdens de evaluatiebijeenkomst heeft Sander Zonderland van ELAN toegelicht wat de aanleiding en doel van de evaluatiebijeenkomst was. ELAN vindt het belangrijk om samen met haar leden na afloop van een beheerseizoen te bespreken hoe het beheer is gegaan en hoe het beheer is bevallen. Daarnaast wil ELAN een goed en structureel contact met de deelnemers hebben. Contact van beheerders onderling is ook belangrijk; men kan van elkaar leren en op die wijze heeft het beheer de meeste kans van slagen. Er zijn kaartjes getoond met het mozaiek van beheer in de polder en de verschillende afgesloten pakketten zijn toegelicht.
Samenwerking ELAN en Natuurmonumenten
Wout van Vulpen, bestuurslid van ELAN, en Haije Valkema van Natuurmonumenten hebben vervolgens toegelicht hoe de samenwerking tussen Natuurmonumenten en ELAN tot stand is gekomen en hoe dit heeft geleid tot bijna 50 ha akkervogelbeheer in de Polder Ravenswoud. In 2023 is de vraag gekomen vanuit Natuurmonumenten. De grond heeft een agrarische bestemming en dit blijft ook zo. Er zit nog een bolwerk van veldleeuwerikken. Ook anders akkervogels doen het goed in de Polder Ravenswoud. Met intensivering van beheer is de verwachting dat op termijn de aantallen broedvogels gaan toenemen. Door het bestuur van ELAN is het verzoek van Natuurmonumenten in overweging genomen en is er besloten om ANLb gelden beschikbaar te stellen aan de agrariërs die daar gronden pachten. Uiteraard is dit in overleg gegaan met de Provinsje Fryslân.
Onderzoek strokenteelt Wageningen Universiteit
ELAN had onderzoeker Luuk Croijmans van de Wageningen Universiteit gevraagd om een presentatie te geven over een onderzoek naar strokenteelt. Het onderzoek -uitgevoerd bij deelnemer Auke Veenstra- was gericht op de effecten van strokenteelt op biodiversiteit, plaagonderdrukking en gewasopbrengst. De definitieve uitkomsten zijn nog niet bekend, maar enkele conclusies konden wel worden gepresenteerd door Luuk.
In strokenteelt lijken natuurlijke vijanden te zorgen voor een hogere onderdrukking van insectenplagen. Dit is gemeten met kaartjes met insecteneitjes boven in het gewas. In strokenteelt waren gemiddeld meer van die eitjes opgegeten (door natuurlijke vijanden) dan in de volveldse percelen, met name in de aardappel. Op de bodem werden gemiddeld meer naaktslakken in strokenteelt gezien dan in de referentie. Er zijn ook meer verschillende soorten planten (onkruiden) tussen het graan in strokenteelt ten opzichte van de referentie, met name aan de randen van de stroken. Over alle bedrijven heen zijn er 107 verschillende plantensoorten geteld, waarvan 46 alleen in de strokenteelt voorkwamen, en dus niet in de volveldse percelen. De overige resultaten zijn nog niet binnen. De effecten van agrarisch natuurbeheer op plaagonderdrukking en opbrengst zijn niet onderzocht, maar verwacht wordt dat dit ook een positief effect zal hebben. Dit wordt door verschillende akkerbouwers in Noord Groningen gezegd. Wellicht is een onderzoek naar de effecten van ANLb op natuurlijke plaagbestrijding een mooi vervolgonderzoek!
Veldbezoek
Na het plenaire deel zijn er op drie locaties veldbezoeken geweest. De eerste locatie was een kruidenrijke akkerrand (pakket 19). Deze rand stond er prachtig bij. Er kwam veel discussie op gang. Wanneer en hoe moet er gemaaid worden? In de aanvullende beheervoorschriften staat dat iedere kruidenrijke rand gefaseerd moet worden gemaaid: na 1 augustus 1/3 deel. Een volgende maaibeurt een andere 1/3 deel en het laatste 1/3 deel gaat ongemaaid de winter in. Praktisch lastig haalbaar, volgens de aanwezigen. Er werden enkele adviezen en tips aan ELAN gegeven om -mogelijk- de aanvullende beheervoorschriften aan te passen, om het beheer zo beter werkbaar te maken voor de deelnemer.
De andere bezochte beheereenheden stonden er ook mooi bij. Eentje was gelegen aan de voet van een houtsingel. Een perfecte locatie voor overwinterende zaadeters en als aanvulling op het broedbiotoop voor bijvoorbeeld de geelgors.
De laatste beheereenheid was een rand die al in 2023 is aangelegd. Hierin was een ander mengsel ingezaaid met o.a. kaardenbol en venkel. De rand was ietwat verruigd, maar had toch ook veel open plekken. De ligging van de beheereenheid was voor de veldleeuwerik niet goed (te dicht op bebouwing), maar de rand was qua uiterlijk (pollen, open plekken) wel geschikt als broedbiotoop. Ook werden er enkele boomkikkers gezien, niet een doelsoort, maar wel een leuke 'bijvangst'!
Al met al een hele waardevolle bijeenkomst. De input van alle aanwezigen wordt meegenomen in de evaluatie op kantoor, samen met een ecoloog. Mogelijk worden er dan aanpassingen gedaan in de aanvullende beheervoorschiften van het pakket. Op 10 oktober vindt er bij de overige akkervogeldeelnemers ook een evaluatiebijeenkomst plaats.