Hoe gaat het eigenlijk met de kleine marterachtigen in Zuidoost?

                                                                                                                                                                    Foto: Saxifraga - Luuk Vermeer
Er is weinig bekend over het voorkomen van kleine marterachtigen (wezel, hermelijn en bunzing) in Friesland. Daarom weten we dus ook niet of het goed of slecht gaat met deze soorten. Om daar een beeld van te krijgen is de provincie in 2021 gestart met een onderzoek naar de verspreiding van de kleine marterachtigen. 

Cameravallen
De monitoring wordt uitgevoerd met camera-vallen, omdat kleine marters heel moeilijk waar te nemen zijn. In de hele provincie worden in 50 zogeheten uurhokken in totaal 170 cameravallen geplaatst op plekken waar de trefkans op kleine marters hoog is (zoals op dammen, loopplanken boven sloten, langs houtwallen).

Laatste monitoringsronde
In het najaar zijn de aantallen van de kleine marterachtigen het hoogst. Daarom worden de cameravallen van eind september tot begin november in het veld gezet. Aansluitend worden alle beelden bekeken en genoteerd op welke locatie hoeveel kleine marters aanwezig waren. Dit jaar wordt de laatste monitoringsronde uitgevoerd door (elk jaar van eind september tot begin november) door Altenburg & Wymenga Ecologisch Onderzoek. De camera's worden tussen half september en half november geplaatst. Een deel van de camera’s komt op grond van ELAN deelnemers en een ander deel op gronden / eigendommen van terrein beherende organisaties. De deelnemers van ELAN zijn op de hoogte gebracht van het plaatsen van de wildcamera’s.

Zodra de resultaten van de monitoring bekend zijn, brengen we die naar buiten.