Elf ELAN-deelnemers telen sinds dit jaar vogelvriendelijke eiwitgewassen. Deze teelten zijn aantrekkelijk voor bijvoorbeeld de veldleeuwerik en de kwartelkoning, maar het levert ook veel eiwit op voor het voer van de koeien. In juni hebben Jan van der Veen uit Ureterp en Jelle Oenema uit Haule uitgelegd waarom zij voor dit nieuwe pakket hebben gekozen en wat hun verwachtingen waren. Nu het teeltseizoen ten einde is zijn we opnieuw bij deze twee deelnemers langs geweest om te vragen naar hun ervaringen met deze gewassen. Ook Hendrik Dijkstra, buurman van Jan van der Veen, schuift aan bij het gesprek om zijn ervaringen over zijn eerste jaar bonenteelt te delen.
Het groeiseizoen
Op advies van de teeltbegeleider zaaiden Jan van der Veen en Hendrik Dijkstra zomertarwe tussen de veldbonen. Dit om de onkruiddruk te beperken. Dat bleek een goed advies, er groeide nauwelijks onkruid. ‘Toch was het ook wel spannend of de tarwe niet harder zou groeien en daardoor de veldbonen zou overwoekeren, maar dat pakte goed uit,’ aldus Jan. Hendrik Dijkstra vult aan: ‘Een klein nadeel van de tarwe tussen de bonen is dat het percentage eiwit in het eindproduct voor het vee naar beneden gaat en dat er extra zetmeel in komt vanwege de tarwe. Maar dat weegt niet op tegen het beperkte gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.’ Bij beiden zijn de veldbonen tegelijkertijd gezaaid. Het gewas had een natte start, maar tijdens het groeiseizoen was het prachtig weer, waardoor ze geen last hadden van bijvoorbeeld schimmelziektes in de planten.
Jelle Oenema teelde dit jaar voor het derde jaar luzerne. Bij de eerste keer maaien stond er heel veel gras tussen de luzerne, daar maakte Jelle zich wel zorgen over. ‘Maar na de 1e keer maaien kwam de luzerne heel sterk terug, dat is eigenlijk ook wel kenmerkend voor vlinderbloemigen, dat ze later aanslaan dan gras,’ geeft Jelle aan. Als luzerne eenmaal groeit, groeit het gewas hard en kan er maar weinig tegen concurreren. Last van onkruid is er dan ook niet met luzerne. Hoewel het eerste jaar er wel veel vogelmuur en ridderzuring in stond. De ridderzuring heeft Oenema handmatig verwijderd en het vogelmuur verdween na de eerste keer maaien.
De oogst
Jelle heeft de luzerne dit jaar 4 keer gemaaid. De eerste keer was, zoals het pakket het voorschrijft ná 1 juni. Vervolgens moest er een rustperiode van 7 weken worden aangehouden. Deze beide keren werd er dus een lang gewas geoogst. Luzerne groeit in augustus heel erg hard, hierdoor kon er uiteindelijk in totaal 4 keer geoogst worden, waarvan de laatste twee keer wel een korter gewas is geoogst. De luzerne werd gemaaid en in wikkelbalen opgeslagen. Oogsten gebeurt na de bloei van het gewas, zodat de plant langer kan blijven voortbestaan. Oenema laat geen voedingswaarde onderzoeken in zijn veevoer, maar is positief over de hoeveelheid voer die hij van het land heeft gehaald.
Hendrik Dijkstra en Jan van der Veen bij de slurf met daarin de geoogste veldbonen
Dat is anders bij Van der Veen. Onder het mom, leuk om iets nieuws te proberen is hij dit voorjaar begonnen aan de teelt van veldbonen. ‘Het werkt zeker voor de biodiversiteit, maar qua voederproductie had ik er meer van verwacht’, geeft Jan aan. Waar een gemiddelde opbrengst van 3 tot 5 ton per ha normaal is heeft hij 1 ton per ha van zijn land gehaald. Waar dit aan ligt, weet hij niet. ‘Misschien was dit niet het juiste perceel, was het te koud of te nat?’ Buurman Hendrik die ook voor het eerst veldbonen teelde had wel een goede oogst van tussen de 4 en 5 ton per ha. ‘Maar het is wel puzzelen hoe je nu met het rantsoen voor de koeien uitkomt, heb ik niet teveel eiwit verbouwd en te weinig maïs? Het blijft toch wat experimenteren’ aldus Hendrik. Hij heeft de veldbonen gecombined, geplet, aangezuurd en in een slurf opgeslagen, zodat hij het later aan de koeien kan voeren. Daarnaast had hij ook nog stro van de bonen- en tarweplanten. Jan heeft gezien de minimale opbrengst, alles gemaaid en in balen laten persen en wikkelen.
Bonen en luzerne als veevoer
Jan en Hendrik hebben de bonen beiden nog niet aan de koeien gevoerd. Maar een andere buurman die al meerdere jaren veldbonen teelt is erg enthousiast over de voederwaarde. Met dit product verbouw je je eigen krachtvoer. Hendrik gaat het binnenkort aan de melkkoeien voeren en Jan gaat zijn ‘gemengde product’ aan het jongvee voeren.
Jelle voert de luzerne al wel aan de koeien, die zijn er dol op. Hij gebruikt het om het bestaande rantsoen wat bij te sturen. Zijn de koeien dun op de mest of is het ureum gehalte aan de lage kant? Dan krijgen ze de eiwitrijke luzerne bijgevoerd.
De koeien van Jelle Oenema zijn dol op de luzerne
Biodiversiteit
Naast dat de gewassen eiwitrijk zijn en daarmee aantrekkelijk als veevoer, doet het ook veel voor de biodiversiteit. Alle drie de heren is het opgevallen dat er erg veel insecten op de gewassen afkomen. Jan en Hendrik hadden rondom de luzerne ook nog een kruidenrijke akkerrand ingezaaid. Zij zagen heel veel insecten én vogeltjes in hun percelen.
Jelle viel de hoeveelheid vlinders op: ‘er vlogen extreem veel vlinders, vooral koolwitjes en atalanta’s.’ Doordat het gewas met de eerste keer maaien vrij massaal was zaten er minder vogels in. Maar de hoeveelheid insecten en vooral vlinders was ongekend.
Hoe nu verder?
Luzerne houdt het ongeveer 3 tot 4 jaar vol. Het gewas staat er op dit moment goed bij, dus Jelle gaat komend jaar zeker verder met luzerne. Dat wordt dan het vierde jaar, daarna is hij van plan om over te stappen op veldbonen. Twee keer achter elkaar luzerne zaaien op hetzelfde perceel kan niet. Binnen het pakket ‘vogelvriendelijke eiwitgewassen’ is er de keuze voor luzerne, veldbonen of erwten. Oenema gaat voor de veldbonen.
Van der Veen heeft het experiment veldboon afgesloten en start volgend jaar met een nieuw experiment. Hij gaat luzerne verbouwen, in de hoop dat hij hier meer succes mee heeft. Hendrik is enthousiast over de veldbonen en gaat volgend jaar voor een tweede ronde.